Christina Ferfers

Ik schilder iconen omdat het de plek is waar mijn innerlijke stilte en mijn verlangen naar het heilige elkaar raken. Wanneer ik aan een icoon begin, ontdek ik telkens weer dat het werk niet uit mij komt, maar dat ik me ervoor moet openen. Het schilderen vraagt van mij dat ik vertraag, dat ik luister, dat ik loslaat. Pas wanneer ik zelf stil word, kan het beeld beginnen te ontstaan.
​
Het gebruik van hout, aarde, pigment, eitempera en goud verbindt me met iets dat ouder is dan ikzelf. Terwijl ik die materialen in mijn handen heb, voel ik dat ik deel uitmaak van een lange traditie van mensen die met hun handen datgene probeerden te verbeelden wat eigenlijk niet te verbeelden is. Ik probeer niet een perfecte voorstelling te maken, maar een venster te openen naar een werkelijkheid die zachter, dieper en stiller is dan het oppervlak laat zien.
​
Tijdens het schilderen verandert er iets in mij. In de gelaagdheid van donker naar licht herken ik iets van mijn eigen weg. Ik ervaar dat de icoon mij soms eerder vindt dan ik haar voltooi. Af en toe is er dat moment waarin het beeld mij terugkijkt, als een zachte aanwezigheid die mij uitnodigt om mezelf te laten zien zoals ik ben — met mijn kracht, mijn kwetsbaarheid, mijn stilte, mijn verlangen. In die momenten besef ik dat ik niet alleen schilder, maar ook word geschilderd.
​
Voor mij is het schilderen van iconen een vorm van bidden met mijn handen. De penseelstreken worden ritme, adem, aandacht. Ik hoef niets te forceren; ik mag volgen wat zich aandient. De traditie waarin ik werk geeft mij houvast, maar dwingt mij niet. Ze nodigt mij uit om trouw te zijn aan wat door mij heen geboren wil worden. Elke icoon is zo een ontmoeting tussen mijn eigen innerlijke reis en het licht dat zich in pigment en vorm wil tonen.
​
Wanneer iemand naar een van mijn iconen kijkt, hoop ik dat hij of zij iets van die innerlijke ruimte kan voelen. Omdat de icoon zelf een uitnodiging is — een plek waar het goddelijke en het menselijke elkaar kunnen naderen. Als ikoonschilder ben ik dankbaar dat ik aan dat proces mag meewerken, steeds opnieuw, steeds zoekend, steeds luisterend naar het licht dat uit het donker tevoorschijn komt.
​
​
​